Yestermap
Gevangenpoort
1370 – present
De Gevangenpoort is de enige uit de Middeleeuwen overgebleven toegangspoort tot het Buitenhof en Binnenhof. De huidige stenen poort werd kort na 1370 gebouwd.
Op 1280 werd op deze plaats een houten toegangspoort gebouwd. De poort vormde de belangrijkste toegang voor hoge edelen vanuit het Lange Voorhout.
In 1428 werd deze Voorpoort van den Hove ook een gevangenis. Hier werden wanbetalers opgesloten en wachtten verdachte misdadigers op hun proces.
Aanvankelijk werd de ruimte boven de poort gebruikt als cel. Naast het gebouw stond de woning van de cipier, welk via een gedeelde binnenplaats verbonden was met het poortgebouw.
Aan de binnenplaats bevond zich de treurkamer waar ter dood veroordeelden hun laatste nacht doorbrachten en hun galgenmaat aten.
De strenge vervolgen door de Protestantse Inquisitie leidt tot een cellentekort en tussen 1517 en 1535 wordt het gebouw uitgebreid met een cellenblok en een pijnkelder, waar martelingen plaatsvonden.
Verdachten werden in de poort opgesloten in afwachting van hun ondervraging en berechting. Dat kon soms maanden duren, desondanks werd gevangenhouding tot de 17e eeuw niet als straf gezien. De uitgedeelde straffen bestonden uit geldboetes, verbanning, schand-, lijf- en doodstraffen.
In het oude poortgebouw werden een aparte vrouwenkamer en ridderkamer ingericht, waar bekende vaderlanders als Cornelis de Witt en Dirk Volckertszoon Coornhert hebben vastgezeten.
In 1540 werd een nieuwe examineerkamer gebouwd waar verdachten werden verhoord.
In 1604 kreeg de examineerkamer een extra verdieping met een ruimte waar de leden van het Hof van Holland zich voor beraadslaging konden terugtrekken.
De bekendste gevangene waren Cornelis en Johan de Witt, die werden verdacht van een beraming tot moord op de stadhouder. Overtuigend bewijs ontbrak. Ze werden niet veroordeeld, maar op 20 augustus 1672 wel verbannen. Enkele uren later werden Cornelis en Johan voor de deur van de Gevangenpoort door het volk gelyncht.
In 1828 kwam de poort leeg te staan. In 1853 en 1873 werd de sloop van het gebouw voorkomen, eerst door Minister Thorbecke en later door Victor de Stuers.
Sinds 1882 is de Gevangenpoort een museum.