Yestermap

Dit pand is gebouwd in 1902. Architect is J. Carmiggelt

Jan Carmiggelt hield van versiering. Dit valt hierop aan de daklijst, het metselwerk, de gootklossen en het trapgeveltje boven de entree.

Het is gebouwd in opdracht van mevrouw de douairière Catharina Uniken, weduwe van Johannes van der Tuuk, een rijke Groningse vervener. Zij was de moeder van de Hoogeveense notaris J.H. van der Tuuk en de schoonmoeder van jonkheer Johan Hora van Holthe tot Echten. Hij was getrouwd met haar dochter Ellegonda Duranda. De jonkheer, hij was directeur van de Drentsche Kanaal Maatschappij, werd in 1904 na de dood van mevrouw Van der Tuuk eigenaar. Hij liet in 1905 aan de noordkant een vertrek bijbouwen onder architectuur van G. Hofman en ging er daarna zelf wonen met zijn gezin.

Jonkheer Marinus Cornelis de Jonge was getrouwd met een dochter van jonkheer Johan Hora van Holthe tot Echten. Hij volgde zijn schoonvader op als directeur van de Drentsche Kanaal Maatschappij.

Hij is op 1 augustus 1943 door de bezetters doodgeschoten, als voorloper van de zogenaamde ‘Silbertannemörder’. Dit naar aanleiding van de overval op het distributiekantoor in Nieuw Schoonebeek, gepleegd door de KP (Knokploeg) uit Hoogeveen.

Dit gedeelte van de Hoofdstraat werd vroeger de Heerenstraat genoemd. Hier woonden de 'heren', die voornamelijk in Hoogeveen de lakens uitdeelden. Dit waren de jonkheren, burgemeesters, notarissen, dominees, dokters, verveners, bankiers, rozenkwekers en fabrieksdirecteuren.