Yestermap

In de jaren voorafgaand aan de oorlog werden op verschillende plekken in het land al dan niet vermeende Duitse spionnen opgepakt. Een dergelijk voorval deed zich ook al voor in 1935 en haalde verschillende keren de landelijke kranten. In Vreeswijk werden op 28 maart 1935 twee mannen gezien, die zich verdacht ophielden rond Fort Vreeswijk.

Eén van de mannen werd aangehouden. Het betrof de heer H., een 25-jarige Duitser geboren in Berlijn en op het moment van het voorval woonachtig in Heemstede. Hij gaf ook aan zendeling te zijn van Jehova.

In het Limburgs Dagblad werd op 8 mei 1935 verslag gedaan van de eerste rechtszaak met de Utrechtse kantonrechter mr. A. M. J. de Jager tegen de verdachte, die er van werd beschuldigd een Duitse spion te zijn. Hij werd veroordeeld, maar als tijdens het hoger beroep de opzichter der fortificatiën, de heer Bal, als getuige en deskundige wordt opgeroepen, vraagt de president hem of de schets die bij de verdachte is gevonden op een fort lijkt en met name op de omgeving van fort Vreeswijk. Getuige beantwoordt deze vraag ontkennend.

Hierna meende de officier van justitie, mr. Quarles van Ufford, niets anders dan vrijspraak te kunnen vragen.

Tijdens de mobilisatie in 1939 verbleven er Nederlandse militairen op het fort en gedurende de gehele oorlog werd het gebruikt door de Duitsers.

Tip:

Meer informatie over wat er op en rond het fort gebeurden, is na te lezen in zowel deel 1 als 2 van het boek 'Twee dorpen in oorlogstijd'.