Yestermap

Zuidersche Brug cq Hollandsche Brug

Hier op het kruispunt van waterwegen lag een aantal bruggen. De Zuidwoldiger brug lag over de Hoogeveensche vaart en was vernoemd naar het Zuidwoldiger Sloodsopgaande, waar de brug naartoe voerde. De Hollandsche brug lag over de Hoofdstraat en was vernoemd naar de Hollanders die oorspronkelijk eigenaar waren van deze brug. Een eindje verderop, over het Oostopgaande, nu Haagje, lag ook nog een brug. Ten slotte lag er later nog een voetgangersbruggetje over de vaart richting Zuidwolde.

Bij het Kruis komt een aantal rechtsgebieden bij elkaar. Aan de overkant, waar nu het Huis met de Duivengaten is, is het Zuidwolde. De Alteveerstraat, de Schutstraat en de westkant van de Hoofdstraat vielen onder het Zuidwoldiger Hoogeveen. Hier was de schulte van Zuidwolde de baas. De overkant was het Echtense Hoogeveen met ook weer een eigen schulte. Ook een aantal rotten ( een rot is afgezonderd gedeelte) kwam hier bij elkaar:

Het Hollandse Rot dat begon op de hoek van de Van Echtenstraat ging hier de bocht om, richting Hollandscheveld en vanaf Hollandscheveld weer terug tot aan het pand dat naast het Huis met de Duivengaten stond, de bierbrouwerij van Veeningen.

Bij het Huis met de Duivengaten begon het Sloodse Rot. Dit ging eerst richting Alteveer, vervolgens aan de andere kant van het kanaal weer terug en dan via de zuidkant van de Schutstraat tot aan het Sloutersverlaat (Nu omgeving winkelcentrum De Weide).

Aan de andere kant van het Sloutersverlaat, aan de noordzijde van de Hoogeveense Vaart begon het Westerse Rot. Dit ging richting het Kruis, bij het Kruis de hoek om de Hoofdstraat op. Het Westerse Rot eindigde bij de huidige Willemskade.

Bij de Hollandsche of Zuidersebrug werden de bewoners van het karspel op 2 februari bijeengeroepen voor de jaarlijkse vergadering. Hier werden ook de afkondigingen van verkopingen gedaan. De verkopingen zelf gebeurden in de diverse etablissementen in Hoogeveen.

In 1805 werd het pand van Albertus Aleidis Steenbergen afgebroken. Op deze plaats kwam de eiermarkt. De eiermarkt kreeg een overkapping. Veel mensen denken dat de eiermarkt een heel lange geschiedenis heeft, maar in werkelijkheid heeft deze op deze plaats maar enige tientallen jaren gefunctioneerd. Belangrijker was deze plek in het ontstaan van Hoogeveen. Op deze plek kwam de rentmeesterwoning van de Hollandsche Compagnie. Dezelfde compagnie die in 1637 in Leiden besloot om van de vervening een leefbare kolonie te maken, door het toestemming geven van schoorstenen op huizen en de uitgifte van gronden voor boekweitteelt en roggeteelt.

Het was vanaf dat moment mogelijk om permanente bewoning in Hoogeveen gestalte te geven. De toenmalige hoofddirecteuren van de Hollandsche Compagnie Jan van der Meer en Pieter Joosten Warmont kunnen dan ook worden gezien als de stichters van de kolonie Hoogeveen. Merkwaardigerwijs is er niets in Hoogeveen wat aan deze twee heren herinnert. Wel is er de Warmondsweg in Elim.