Yestermap

Buitenplaats Het Hof - Ambachtshuis - Canon van Vlaardingen, Hoflaan

1611

Vlaardingen

Aan de oostkant, nabij de huidige Spuibrug, was het buitenhuis van de Ambachtsheer. Pieter van Ruijtenburch - een Amsterdams handelaar - kocht in 1611 de Ambachtsheerlijkheid van Vlaardingen en de Grote en Kleine Buitenweide. In de Grote Buitenweide liet hij een groot 'herenhuis' bouwen, dat met het er omheen aangelegde park diende als buitenplaats.

Door vererving en verkoop was dit kleine landgoed achtereenvolgens in bezit van de families Van Ruijtenburch (zoon Wilhem is 'de man in het geel' op het schilderij De Nachtwacht van Rembrandt), en Van Leyden (Gael).

In 1830 werd het huis afgebroken en kocht de stad Vlaardingen het ambacht voor 100.000 gulden, om er later een gasfabriek te bouwen. Bij het verwijderen van de gasfabriek en saneren van de grond werd door archeologen de stenen keldervloer van het herenhuis blootgelegd en later weer met zand afgedekt. Ter hoogte van het Hof herinnert sinds 2020 een staalskelet aan het huis.

De gedenksteen welke bij de ingang van het park stond, is nu opgenomen in de 'Canon van Vlaardingen', een vijftal banken met daarin verwerkt met mozaïek-steentjes een reeks afbeeldingen van historische momenten in de Vlaardingse geschiedenis (2010 - 2022), aan de overzijde van de Hoflaan.


tekst nog invoegen: uit 'Buitenplaatsen in Nederland'

Geschiedenis

Het Hof was een nieuw landhuis waaraan oude rechten waren verbonden. In 1611 werd de heerlijkheid van Vlaardingen en Vlaardingerambacht door de Prins van Ligne verkocht aan Pieter Gerritz van Ruytenburg (1562-1627). Deze Amsterdamse koopman had omstreeks 1600 een nieuw huis laten bouwen aan de Oudezijds Achterburgwal 45-47 in Amsterdam. In Vlaardingen liet hij op het buitendijkse land aan de oostzijde van de haven een klein landhuis bouwen. Het punt was goedgekozen, op de samenkomst van vier waterlopen. Het zeer bescheiden huis bleef bekend uit de kaart die Balthasar Florisz in 1619 van Vlaardingen maakte. Waarschijnlijk is het huis kort na de dood van Pieter Gerritz in 1627 door zijn zoon Wilhem Ruytenburgh (1600-1652) door een nieuw huis vervangen.

Willem had grote ambities. In 1639 werd hij in de Vroedschap van Amsterdam gekozen en in 1641 werd hij zelfs schepen. Hij staat in vol ornaat en centraal afgebeeld op het schutterstuk “De Nachtwacht” van Rembrandt uit 1642. Kapitein Frans Banninck Cocq en zijn luitenant Wilhem van Ruytenburch.

Na zijn overlijden volgen zijn zonen Pieter (1627-1699) en Jan (1635-1719) en zijn kleindochter Alida (1671-1724) hem als ambachtsheer en –vrouwe op. Alida trouwde met Pieter van Leyden (1666-1736), later burgemeester van Leiden, Meesterknaap van Holland en in 1732 tot Rijksgraaf verheven. Na het overlijden van Alida en in 1736 van Pieter, gingen de heerlijkheden over op hun tweede zoon Diederik van Leyden (1695-1764).

Pieter Cornelis van Leyden (1717-1785), de zoon van Diederik, was de volgende ambachtsheer. Daarna ging het over op zijn zoon Diederik van Leyden II ( -1810).

De ambachtsheerlijkheden werden in 1810 geërfd door zijn petekind, eveneens genaamd Diederik van Leyden (1775-1846). Hij verkocht de heerlijke rechten en het gehele gebied ten oosten van de haven en ten noorden van de Maas in 1830 aan de gemeente Vlaardingen.

De gebouwen werden gedeeltelijk gesloopt. De laatste bijgebouwen werden in 1895 gesloopt bij de aankoop van de particuliere gasfabriek. Van de buitenplaats is alleen nog een restant van de omgrachting van de moestuin aanwezig, die opgenomen is in de aanleg van het Oranjepark.


Bewoners